Bijdrage van de maand: “Over de meewind voor de fietsende werknemer en een overzicht van de fiscale en sociale behandeling van tegemoetkomingen in verplaatsingskosten voor woon-werkverkeer”

Het gunstregime voor de fietsvergoeding in stijgende lijn

Fietsen is efficiënt, duurzaam en gezond, zo liet onze Minister van Financiën Vincent Van Peteghem eind september 2023 nog optekenen in een persbericht. Meer fietsers betekent minder wagens, minder files en een betere luchtkwaliteit.

Om dat te bewerkstelligen zorgden de Minister van Financiën en de Minister van Sociale Zaken Frank Vandenbroucke met twee wetgevende initiatieven voor een verhoging, vanaf begin dit jaar, van de fiscale en sociale vrijstelling van de fietsvergoeding voor wie van en naar het werk rijdt met de eigen fiets tot 0,35 euro per kilometer. Vorig jaar was die vrijstelling nog beperkt tot een bedrag van 0,27 euro per kilometer.

Onder “fietsen” wordt overigens ook verstaan: het verplaatsen met een eigen elektrisch aangedreven “gemotoriseerd rijwiel” of speed pedelec.

De vrijstelling waarvan sprake wordt evenwel begrensd op een bedrag van 2.500 euro per jaar. Uit verscheidene bronnen kunnen wij afleiden dat dat bedrag binnenkort wellicht nog zal worden verhoogd naar 3.500 euro. De werknemer zal vanaf 1 januari 2024 op jaarbasis naar alle waarschijnlijkheid dus 10.000 kilometer voordelig kunnen fietsen. Daarna valt het gunstregime weg.

Een suppletief maar inmiddels achterophollend vangnet

Nog niet zo heel lang geleden was niet elke werkgever verplicht in een fietsvergoeding te voorzien. Als op sectoraal of ondernemingsniveau geen collectieve arbeidsovereenkomst bestond die gewag maakte van een fietsvergoeding, werd de fietsende werknemer alleen in spiermassa beloond.

De (suppletieve) CAO nr. 164 bracht daarin verandering met ingang van 1 mei 2023. Ook de voorheen achtergebleven fietsende werknemer geniet vanaf dat moment van een fietsvergoeding. CAO nr. 164 voorzag evenwel in een fietsvergoeding van 0,27 euro per afgelegde kilometer en dat voor een maximum van 40 kilometer per dag (20 kilometer per enkel traject). Dat stemde vorig jaar nog overeen met het vrijgestelde bedrag, maar op vandaag dus niet meer. Vorige maand werd het bedrag vastgelegd in CAO nr. 164 wel nog geïndexeerd, maar dat leidde slechts tot een stijging van 0,01 cent per kilometer.

De ooit achtergebleven fietsende werknemer moet dus op vandaag opnieuw de rol lossen: diens werkgever (louter gebonden door CAO nr. 164) is slechts verplicht in een kilometervergoeding van 0,28 euro te voorzien, terwijl het hierboven besproken gunstregime inmiddels geldt voor een bedrag van 0,35 euro per kilometer.

Door de daggrens waarvan sprake in CAO nr. 164 kan op jaarbasis, voortgaand op 210 werkdagen in een jaar, ook voor slechts 8.400 kilometer een kilometervergoeding worden geëist.

CAO nr. 164 zal in de loop van dit jaar een evaluatie ondergaan. Het zou de sociale partners allicht door velen worden vergeven indien zij de CAO een dosis doping toedienen.